kinderarbeid vroeger:

In deze tijd werken kinderen ook wel is: Afwassen, stofzuigen, de hond uitlaten.

Maar het is niet goed als een kind (jonger dan 16 jaar) zwaar of gevaarlijk werk moet doen. Werk dat door volwassenen moeten worden gedaan. Door deze lange werktijden is er voor de kinderen geen tijd meer voor school, spelen en sport. De kinderen kunnen zich daarom niet gezond ontwikkelen. Dit is kinderarbeid.

 Doordat de weefmachine, spinmachine en de stoommachine werden uitgevonden begon de industriële revolutie. Vroeger waren de mensen erg arm. En daarom werden ook de kinderen naar de fabriek gestuurd om geld te verdienen. Kinderen moesten 6 of 7 dagen in de week iedere dag van  9 tot 16 uur werken voor soms maar 10 cent per dag. In 1860 werkten een half miljoen Nederlandse kinderen in fabrieken. Ze kregen slecht te eten. De omstandigheden waren erg slecht. Veel kinderen werden ziek of gingen dood.

 

 

Steeds meer mensen vonden dat fabriekswerk voor kinderen verboden moest worden. Dat vond ook Tweede kamerlid Samuel Van Houten. In 1874 maakte hij een wet, dat het kinderwetje van Van Houten werd genoemd. Die wet verbood werken onder de 12 jaar. Werken in het huidhouden of op het platteland mocht wel.

 Sommige fabrikanten probeerde toch jonge kindjes te laten werken. Maar toen de Arbeidsinspectie kwam in 1882 werd dat moeilijk. Wie toch jonge kinderen liet werken, kreeg een boete.

 In 1900 werd de leerplicht gemaakt. Alle stemmen waren ongeveer gelijk verdeeld. De leerplicht hield in dat kinderen van 6 tot hun 12 jaar verplicht naar school moesten. 9% ging toen echt naar school. Er kwam iemand die het controleerde. Die moest opletten of de kinderen echt naar school gingen. Als ze dat niet deden kregen de ouders een waarschuwing. Als dat geen verschil maakte kwamen er ergere straffen.

 

 In het begin van de 20ste eeuw was de lagere school voor veel kinderen eindonderwijs. Ze leerden niet verder maar gingen werken. Meisjes leerden wassen, naaien en koken. En jongens leerden het vak: boer, timmerman, slager, enz.

 In 1969 werden kinderen verplicht minimaal 9 jaar naar school te gaan en er was weer iemand die het controleerde.

 

 

kinderarbeid nu :

Kinderarbeid is door de jaren heen steeds meer veranderd. Vroeger waren er heel veel kinderen die moesten werken en nu is dat aantal al heel erg veranderd. In veel landen zijn er ook wetten die zegge dat kinderen niet, of pas vanaf een bepaalde leeftijd mogen werken. Over de hele wereld zijn er nu nog ongeveer 200 tot 250 miljoen kinderen tussen de 5 en de 15 die moeten werken. Ongeveer 40 miljoen daarvan moet meer dan 8 uur werken in een slechte werk omgeving. Ongeveer 200 miljoen van de kinderen moeten elke dag maar een paar uur werken. Meer dan de helft kan doordat ze moeten werken niet naar school.

Kindsoldaten

In de wereld is momenteel veel oorlog en terreur. Om dat tegen te gaan heb je veel soldaten nodig. 1 op de 10 soldaten die op de wereld rond loopt is daarom ook kind. Ieder jaar worden meer dan 250 duizend kinderen wereldwijd ingezet om te vechten voor hun land. Kindsoldaten worden meestal gebruikt door dienst te zijn van een regeringsleger of worden ze in gezet door een andere georganiseerde gewapende groep. Kinderen die uit een arme gezin komen, wezen zijn of vluchteling worden vaak als eerst gebruikt om te vechten voor hun land. Ook de kinderen die niet naar school kunnen en leven in een oorlogsgebied komen sneller in aanraking met dit soort dingen.

Kinderen zien ze niet als gewone kinderen, ze moeten als echte soldaten met de rest meevechten.  Zo moeten bijvoorbeeld mensen vermoorden, mensen kunnen plunderen en als het echt moet ook mensen kunnen verkrachten. Kinderen worden niet alleen in gezet als soldaat ook als bijvoorbeeld drager van spullen, kok, spion, wachter of seksslaaf.

Als je opgroeit in dit soort groepen heb je meestal niet echt een goed toekomst. Veel kinderen groeien op in een gewelddadige omgeving en raken zo dus ook snel van het goede pad af. Deze kinderen kennen ook hele andere regels dan de kinderen die in een gewone wijk opgroeien.

Waar komt kinderarbeid momenteel voor?

In de westerse landen zoals hier bijvoorbeeld in Nederland zijn veel maatregelen genomen om de kinderarbeid tegen te gaan. Maar toch zijn er nog steeds kinderen die arbeid moeten verrichten. Er zijn dan natuurlijk wel veel minder kinderen die moeten dan in 3e wereld landen maar nog steeds zijn het er best veel

Kinderarbeid komt het meeste voor in Azië, vooral in het land India. De schatting hoeveel kinderen er werken loopt heel erg uiteen, maar ze denken dat er ongeveer 50 miljoen kinderen worden gedwongen om te werken in dit land. Dit kunnen ze nooit helemaal precies weten want veel mensen doen het achter de rug van andere zodat ze niet gesnapt worden. Ook in Afrika en zuid Amerika is er veel kinderarbeid.

De kinderen in Azië worden voornamelijk gebruikt voor de industrie terwijl de kinderen in Afrika en zuid Amerika juist worden gebruikt voor de landbouw. Vooral in India, Bangladesh en Pakistan werken veel kinderen. Deze kinderen werken voornamelijk in een tapijtindustrie of in de mijnbouw. In Peru is ook ongeveer 20 procent van de goudmijn werkers tussen de 11 en de 18. En dat terwijl het minimum leeftijd voor het werken in de mijnbouw 18 jaar is.

Hieronder heb ik een aantal landen met het percentage van de kinderen tussen de leeftijd 10 en 14 die moeten werken:

30,1 % in Bangladesh

17,7 % in Pakistan

11,2 % in Egypte

31,4 % in Senegal

6,7 % in Mexico

11,6 % in China

24 % in Turkije

41,3 % in Kenia

4,5 % in Argentinië

0,4 % in Italië

14,4 % in India

20,5 % in Ivoorkust

25,8 % in Nigeria

16,1 % in Brazilië

 1,8 % in Portugal

Waarschijnlijk zijn de percentages in het echt veel hoger maar dat komt omdat, zoals ik al heb verteld heel veel mensen het illegaal doen.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb